Ook op mijn schrijfcursus gingen we aan de slag met doorschrijven. We schreven een half uur lang, maar het voelde als tien minuten. Een heerlijk gevoel als je zo in een soort van schrijfrush zit. Ik schreef de grootste onzin. Uiteraard. Maar tussen al dat gekrabbel, zat toch nog een mooi verhaal #oftochzoiets. Omdat het lang geleden is, laat ik jullie nog eens meelezen.
Rood
De straat is grijs. De lucht ook. Grijs is niks, denk ik, grijs is onzichtbaar en verdriet. Ik wil niet grijs zijn. Ik wil rood en blauw en geel. Maar vooral rood. Op weg naar school stop ik altijd bij de rode hakken in de etalage. Honderddrieëntwintig euro kosten ze. Zoveel heb ik niet. Toch sta ik elke dag even stil voor het blinkende glas. De ronde neuzen van de schoenen glimlachen dan voorzichtig. Zij en ik sluiten een prille vriendschap. Iedere keer weer moet ik de betovering verbreken. Wegkijken van het stralende rood. Terug naar het grijs.
Ik duik dan weg in de sjaal van geel en ruik het zonnige meisje dat alle kleuren van de wereld met zich meenam. Het meisje dat ik alleen nog maar kan voelen in de warmte van de sjaal. Het meisje dat blauw was in haar ogen, geel in haar haren en rood in haar lach. In haar lach die soms té luid was. In haar bloed ook, dat soms traag als stroop over haar armen kroop. Na de lach té vaak het kerven. De pijn.
Rood is niet altijd mooi. Dat weet ik nu. Rood is soms eenzaam en einde. Als in nooit meer. nooit meer hand in hand door de straten. Nooit meer veelbetekenende blikken en de slappe lach. Alleen maar grijs nu. Grijs en stil. Soms schreeuwt mijn telefoon door de stilte. Ze is er weer, denk ik dan heel even. Maar het is nooit meer zij die na de pijn de glimlach in haar stem terugvindt. De glimlach van rode schoenen tussen het grijs.
Follow my blog with Bloglovin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten