Voor mijn nieuw verhaal heb ik niet alleen ideeën nodig, maar ook personages. Levensechte personages. Of dat las ik toch overal tijdens de research voor deze post. Maar wat is dat eigenlijk, een levensecht personage? Dit zijn volgens mij de drie belangrijke dingen die je met personages moet doen.
- Zet ze in gang
Een voorbeeld. Stel dat je hoofdpersonage een extreem verlegen kind is. Hoe vertel je dat aan je lezer?
Blubber
Maud was altijd heel verlegen. Bij mensen die ze niet goed kende, blokkeerde ze. Dan deed ze haar mond amper open.
In gang
Maud stond in de deuropening. Ga maar dag zeggen aan mijn tantes, had mama gezegd. Maar haar voeten wilden niet mee. Ze wist dat ze op haar stem al helemaal niet kon rekenen.
Wat is volgens jou de interessantste manier?
- Volg ze
Voor mij werkt dat zo: ik probeer zoveel mogelijk te weten over mijn personages. De grote dingen: zoals hun temperament en hun drijfveer. Die zijn belangrijk voor het verhaal. Maar ook de kleine dingen, die hen menselijker maken. Welke kleding ze dragen, hoe ze ruiken, welke stopwoordjes ze hebben, wat ze het liefste eten ... Dat verzamel ik allemaal met een beetje hulp van een checklist.
Daarna probeer ik los te laten. De mooiste schrijfmomenten zijn immers de momenten waarop je personage het overneemt. De momenten waarop je gewoon laat gebeuren wat er moet gebeuren.
- Laat ze ontsporen
Dat is voor mij een moeilijke. Ik heb de neiging om altijd braaf tussen de lijntjes te kleuren en mijn innerlijke criticus heeft nogal veel te zeggen. 'Dat kan je toch niet maken!', roept hij regelmatig loeihard in mijn oor. Wel dus!
Lees je graag mijn vorige post in deze reeks? Daarin had ik het over inspiratie.
Follow my blog with Bloglovin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten