30 september 2015

Jeugdliefde


Ik heb als kind veel gelezen. Heel veel gelezen. Ik heb mij ondergedompeld in honderden jeugdboeken. Daarna heb ik er ook nog eens een thesis over geschreven. Zelfs nu lees ik graag nog eens een jeugdboek. Ik vind het dus meer dan leuk dat ik ondertussen (bijna) twee lezertjes in huis heb. Zo ontdek ik regelmatig nieuwe kinder- en jeugdboeken.
Eén van mijn grote jeugdliefdes is Roald Dahl. Ik heb zo ongeveer al zijn boeken verslonden. Matilda staat met stip op nummer één. Maar ook het minder bekende Ieorg Idor vond ik GE-WEL-DIG. Het is een klein boekje over twee oudere mensen die in hetzelfde appartementsgebouw wonen. Hij is stapelverliefd op haar. En hij wil haar liefde winnen door haar schildpad te laten groeien. Hoe hij dat doet? Dat moet je zelf maar eens lezen.
Als kind vond ik het boek ontzettend grappig. Ook nu nog vind ik het leuk geschreven. Ik ben ondertussen misschien iets minder gecharmeerd door een man die een weinig geëmancipeerde vrouw iets voorliegt waarna ze lang en gelukkig leven. Maar och, omdat het Roald Dahl is, kan ik dat wel door de vingers zien. Zo gaat dat met grote jeugdliefddes, die komen met veel weg.
Ondertussen droom ik er zelf stilletjes van iemands jeugdboekenliefde te worden ...


Follow my blog with Bloglovin

28 september 2015

Schrijf het met een tweet: Dat beeld van haar


Twitter is een wereld vol korte berichtjes waar hele verhalen achter zitten. Daar zit een schrijfoefening in, dacht ik zo. Dus af en toe pluk ik een tweet uit de feed en verzin ik er een eigen verhaal bij.

Ik was niet zo gelukkig met mijn vorige Twitter-verhaal. Ik schreef teveel met mijn hoofd. Daarom een heel ander verhaal in deze aflevering:
Dat beeld van haar

Ze stond helemaal alleen in de tuin van de galerij. Blonde haren, perfect figuur en ook nog eens de juiste kleren. Ze hield haar glas zo vast dat het zonlicht erin speelde. En ze keek dromerig in de verte. Zucht. Ze was het soort vrouw dat ik nooit zou zijn. Zelfs niet op de opening van mijn eigen tentoonstelling. Ik was al blij dat mijn haar was gewassen. Het was een wonder dat ik wat kleren bijeen had weten rapen die min of meer bij elkaar pasten. De kans dat ik een glas wijn omgooide, was duizend keer waarschijnlijker dan dat ik het elegant zou vasthouden.
Ze fascineerde me. Zoals mensen mij zo vaak fascineren. 'Het uur van de waarheid', mijn tentoonstelling, was een verzameling beelden van mensen op hun lelijkste momenten. Ziek, gebroken door verdriet, eenzaam ... Terwijl ik met vriendinnen stond te lachen en te praten, volgde ik haar met mijn ogen. Hier en daar bleef ze staan. In gedachten verzonken. Haar fonkelende wijnglas liet ze bij elke gelegenheid bijvullen. De hapjes liet ze staan.
Mijn vriendinnen praatten over mannen, kinderen en andere toestanden. "Hij is gewoon te lui om Ian fruit te geven", zuchtte Noor, "Dus geeft hij hem maar appelsap. Alsof dat hetzelfde is." De gesprekken werden ruis in mijn oren. Ik keek alleen nog naar haar. Ze bleef steeds langer bij elk beeld staan. Ze leek te vergeten waar ze was. Opgesloten in dat mooie hoofd van haar. Ik kreeg het gevoel dat ik op haar af moest stappen. Mijzelf voorstellen. Wat over mijn beelden praten. Haar uit de wereld in haar hoofd halen.
Maar ik werd opgeslokt door geïnteresseerde kopers. Voorkwam dat mijn zesjarige paardje reed op de rug van de vrouw uit steen die op handen en knieën haar weeën wegpufte. Glimlachte naar een persfotograaf en hoopte dat het plaatje klopte. Dat ik eruit zag als de succesvolle kunstenares op de opening van haar eigen tentoonstelling.
Mijn glimlach bevroor toen ik haar zag staan op het randje van de steiger bij de vijver. Het wijnglas nog altijd in haar hand. Ik wilde gillen, naar haar toe lopen, maar ook mijn lichaam leek bevroren. Ik zag hoe ze rustig de vijver in stapte. Hoe het even leek alsof ze nog proostte met haar glas. Er volgde geen wanhopige worsteling met het water. Ook wegzakken deed ze elegant. "Soms ziet een mens er beter uit dan hij zich voelt", flitste door mijn hoofd.
Pas dan kon ik weer in beweging komen. Rauw roepen. Ook andere mensen begonnen te gillen. Te lopen. Schoenen werden uitgetrokken. Kinderen naar binnen geduwd. Een duik.
Wat later lag ze in het gras. Iemand duwde op haar borstkas. Blies onbeholpen in haar mond. Er ging een eeuwigheid voorbij. Ze werd blauw. Als haar jurk. Dan sirenes, ambulanciers, nog meer roepen en reanimeren. Ze kwam bij.
Toen de ambulanciers haar wegdroegen keek ze me nog één keer aan. Lijkbleek. Had toch iets gezegd, leken haar ogen te zeggen. Je wist het.



Follow my blog with Bloglovin

27 september 2015

Ik schrijf je een brief


Brieven schrijven, doet iemand dat nog? Ik schreef er vroeger met hopen. Naar vriendinnen, die ik een hele dag lang zag op school en soms ook nog eens urenlang belde. Maar toch bleef er nog genoeg gesprekstof over voor een brief. Soms waren het sorrybrieven, na een onnozele ruzie. En liefdesbrieven natuurlijk, want we spreken hier over het pre-sms en -mailtijdperk.
Het was altijd leuk om een brief in de brievenbus te vinden, of tussen de bladzijden van mijn schoolagenda (en soms zelfs op mijn vensterbank). Want dat betekende dat iemand de moeite had gedaan om een hele hoop woorden op papier te zetten. Speciaal voor mij.
Ondertussen schrijf ik amper nog verjaardagskaartjes. Laat staan kerstkaartjes of postkaartjes van op vakantie. Het komt er gewoon niet van. Jammer eigenlijk ... Want ook dat is schrijven. Ik durf hier niet beloven dat ik op dat vlak snel mijn leven zal beteren. Dat zit er echt niet in. Agenda's bijhouden, plannen, niks vergeten ... That's so not me. Sorry daarvoor!
Maar ... er zijn wel enkele vriendinnen die morgenvroeg een briefje in de bus zullen vinden. Gewoon, omdat ze belangrijk zijn. Een spontane actie op een onverwacht moment. Zo ben ik dan weer wel. Al dat mooie briefpapier uit het 'Book for paper lovers' van Flow kan maar beter nuttig gebruikt worden? Toch?



Follow my blog with Bloglovin



24 september 2015

5 tips om meer te schrijven


Je leest het overal. Wie goed wil schrijven, moet eerst en vooral veel schrijven. Maar kilometers maken zonder te weten waar je precies naartoe gaat, is niet altijd makkelijk. Ik heb voor mezelf wat manieren gezocht om meer te schrijven. En voorlopig lijkt dat te lukken.  

TIP 1 - Bloggen
Dwing jezelf om regelmatig te bloggen. Anderhalve maand geleden vond ik plots dat bloggen misschien wel een leuk idee was. Het is ook echt fijn om te doen. Ik kruip wel steeds vaker laat in bed omdat ik nog even met bloggen bezig ben. En als ik al een paar dagen geen blog heb gepubliceerd, word ik nerveus. Maar meer schrijven, dat doe ik sowieso. Al dat bloggen leidt niet meteen tot een literair meesterwerk. Maar wat ik ondertussen heb geleerd, is dat schrijven ... meer doet schrijven. 

TIP 2 - Varieer 
Probeer niet voortdurend aan dat ene grote verhaal te schrijven. Afwisseling helpt. Daarom daag ik mezelf af en toe uit met een toffe schrijfoefening. Of toch eens een stukje poëzie. (Of misschien nog een blogpost uiteraard.) Het valt me op dat de inspiratie op die manier vlotter en vlotter komt.

TIP 3 - Toolkit
Zorg ervoor dat je altijd en overal schrijfgerief bij de hand hebt. In mijn handtas zit een Moleskine notitieboekje, mijn laptoptas bevat naast een computer ook schriftjes en een pennenzak en als het echt moet, kan je ook schrijven op rekeningen, servetten, bierviltjes ... Ik heb ondertussen al geschreven in de McDonalds, in de gang van de muziekschool, in de auto (op een parking natuurlijk) en buiten op een bankje.

TIP 4 - Schrijfcursus
Schrijf je in voor een schrijfcursus. Ik heb ergens een lijstje liggen van alle mogelijke schrijfcursussen die me wel interessant lijken. Alleen is dat nogal een dure bedoening. Ik zal mijn lijstje dus stap voor stap moeten doorworstelen. Voorlopig hou ik het bij de gratis cursus Valkuilen voor je verhalen van Kelly Meulenberg (interessant!). Ik raak niet zo heel snel door de lessen. Maar dat is voor een deel te danken aan TIP 2.

TIP 5 - Schreeuw het van de daken
Laat iedereen weten dat je volop bezig bent met schrijven. Praat erover met vrienden of collega's. Vertel bij de bakker dat je een voorraad koekjes inslaat voor lange schrijfavonden. Sla je notitieboekje ostentatief open op café. Of gooi het gewoon op Facebook. Mensen spreken je gegarandeerd aan over al dat schrijfgedoe. En jij voelt je verplicht om door te gaan. Bedankt trouwens voor alle leuke en lieve reacties die ik ondertussen al kreeg!

Follow my blog with Bloglovin

21 september 2015

Zo schrijf je beter: Schrijf concreet #oftochzoiets

Schrijftip Schrijven Magazine

In nummer 1, Jaargang 19 van het magazine 'Schrijven' schrijft Joey Brown over het belang van concreet zijn. Zo moet de beginzin van een verhaal een concreet beeld oproepen. Is dat niet zo, dan haakt hij vrijwel meteen af. De lezer moet zien, horen en ruiken wat het hoofdpersonage ziet, voelt en ruikt. Schrijven met je zintuigen, dus.
Ik probeerde haar tip meteen uit op mijn laatste schrijfsel. Een schrijfoefening van 10 minuutjes naar aanleiding van een opgelegde beginzin. Hieronder het resultaat.
Mijn zus wil me niet vertellen waar ze de brief verborgen heeft. De blauwe, met hartjes en kruisjes. En vooral ook met mijn naam erop. De postbode bracht hem vanmorgen. Mats schrijft nog graag ouderwetse brieven. Omdat de schoolbus al stond te wachten, gooide ik hem snel op het tafeltje in de hal. Samen met een stapel reclameblaadjes en een rekening voor mama.
Waarom heb ik hem niet gewoon in mijn rugzak gepropt? Dan had ik zijn woorden al tijdens de doodsaaie les van aardrijkskune kunnen lezen. Met piepend krijt en geschuifel van onrustige voeten als achtergrondmuziek. Maar ik hield van het idee dat er nog een brief op mij lag te wachten, denk ik. Ik wilde nog even fantaseren over de woorden waarmee hij over ons schreef. Bang voor teleurstelling misschien ook. En nu is hij dus weg. Mijn brief.
Ik weet zeker dat Carlotta hem heeft. Ze keek veel te schuldig toen ik er daarnet om vroeg. Misschien heeft zij zijn woorden wel al gelezen. Heeft ze zitten giechelen om zoveel verliefdigheid. Of misschien heeft ze ontdekt dat ik er ons geheim heb uitgefloept. Zomaar. En dat hij daar niet echt blij van werd. Nee, dat kan niet, dan zou ze de brief onmiddellijk onder mijn neus hebben geduwd toen ik uit school kwam. En me gemeen hebben aangekeken met die koude blauwe ogen van haar. 
"Carlotta," gil ik naar beneden, "mama heeft hem echt niet op mijn kamer gelegd. Vertel me verdomme waar je hem hebt gelaten of ik vermoord je!" Met stampende voeten loop ik de trap af. Ik vind haar in de keuken met een kop dampende muntthee. De brief houdt ze in haar handen. Haar gezicht verraadt nog niet hoeveel ze weet.  
Ze glimlacht fijntjes. Mijn handen worden vuisten. "Lieve, lieve Noa," leest ze, "zal ik verder doen? Of heb je liever dat ik hem in hele kleine stukjes scheur? Misschien eerst nog even verder lezen?" zegt ze gemeen. Ze strijkt de brief glad en schraapt haar keel. Ik heb het gevoel dat ik nu elk moment kan ontploffen, maar ik sta aan de grond genageld. 
Carlotta leest verder. "Ik kan maar niet vergeten wat je me dit weekend vertelde. Over jou en Carlotta. En het deed zeer. Veel zeer. Met een misprijzende blik kijkt mijn zus op van de brief. "Ik wist dat je zwak was, Noa, maar zo zwak? Je hebt godverdomme alles verpest."
Bij die woorden ontplof ik. Ik storm op Carlotta af en probeer de brief te pakken. Hete thee loopt over mijn jeans. Ze houdt de brief treiterig boven haar hoofd. Mijn vuisten willen slaan, maar ik ken Carlotta. Die geeft niet toe. Nooit. Langzaam begint ze de brief te scheuren. Ik grabbel hem vast, maar zo maak ik het nog erger. We hebben elk een halve brief in onze handen.
"Carlotta, trut", sis ik.  Ik zie dat ik alleen de woorden in mijn handen heb die ze net heeft voorgelezen. Tranen springen in mijn ogen. "Geef - mij - dat - ander -stuk", zeg ik traag. Maar Carlotta schudt haar hoofd.
"Alleen als jij me ons geheim teruggeeft", zegt ze stil en ze loopt weg. Ik blijf achter in de keuken. Met de scherven van een theekop. En voor één keer weet ik echt niet hoe het nu verder moet. 
En toen waren mijn tien minuten voorbij en wist ik dus echt niet meer hoe het verhaal verder moest. Maar misschien ontdek het geheim nog wel. Later.

Follow my blog with Bloglovin


18 september 2015

Van aan de eettafel


Je schrijfplek, waar is die eigenlijk? Op een knus plekje? Aan een tafeltje in een café? Tussen de lijnen van dat ene notitieschrift? Of is het gewoon een plek in je hoofd?
Als je schrijft, ben je bij voorkeur geconcentreerd. En zou het dus helemaal niet mogen uitmaken waar je bent. Toch? Dan heeft het geroezemoes van andere treinreizigers of de rommel in de keuken totaal geen effect op jou. Dan ben je in trance.
Niet in mijn geval dus. Om de een of andere reden heb ik het concentratievermogen van een gestoorde goudvis. Alles leidt me af. De bliep van de wasmachine (zal ik gauw een nieuwe lading opzetten?), een kuchje van één van de meisjes (moet ik toch even gaan kijken?), het gerommel van meneer Katrien in de koelkast (hmmm, misschien wil ik ook nog wel iets) ...
Daarom droom ik van een eigen schrijfplekje waar ik mij kan terugtrekken. Misschien helpt dat wel. Ik heb zelfs al wat inspiratie bij elkaar gezocht. Dromen mag. En dan kijk ik rond in huis en kom ik tot de vaststelling dat het hoogstwaarschijnlijk bij dromen zal blijven. Soms loopt het leven gewoon een beetje in de weg.
Op mijn ideale schrijfplek kan ik al mijn schrijfspullen altijd laten liggen. Zodat mijn laatste gedachte nog op mij ligt te wachten wanneer ik weer verder wil. Mijn ideale schrijfplek heeft ook een grote lege wand, waar kleine ideetjes langzaam kunnen groeien.
Maar voorlopig moet ik het dus doen met de eettafel. Ik wacht geduldig tot de drukte van de dag, euh, in bed ligt eigenlijk. Als de meisjes slapen, installeer ik mij aan de eettafel met al mijn schriftjes, schrijfgerief, laptop ... En 's morgens zijn alle bewijzen van mijn schrijverij alweer verdwenen.
In 'Over leven en schrijven' schrijft Stephen King daarover het volgende: 'Ik doe de dingen waarvan ik weet hoe je ze moet doen, en ik doe ze zo goed mogelijk. En het begint hiermee: je zet je bureau in de hoek, en iedere keer dat je daar gaat zitten om te schrijven, herinner je jezelf eraan waarom het niet midden in de kamer staat. Het leven is er niet voor de kunst. Het is andersom.'
Misschien moet ik dus midden in het leven gaan zitten om te schrijven. In de refter op het werk, ja, tijdens de lunchpauze. Op café, terwijl ik wacht op groot meisje die muziekles heeft. Of letterlijk tussen de soep en de patatten.
Stiekem droom ik vooral van een weekendje weg, alleen met mezelf en alles wat ik nodig heb om te schrijven. Ver weg van de eettafel.

Follow my blog with Bloglovin

15 september 2015

Schrijven is lezen: De boekendief


De boekendief van Markus Zusak is ondertussen in 30 talen uitgegeven en won 4 prijzen. Het is zo één van die boeken die je moet gelezen hebben. En het stond al een hele tijd op mijn lijstje. Het boek is ondertussen al ontelbare keren gerecenseerd, maar ik doe er toch nog eentje bovenop.
Mijn vooroordelen: weer een boek over de Tweede Wereldoorlog (ook al lees ik die best graag). En, pfff, de dood als verteller, is dat niet een eigenaardigheidje om op te vallen?
Maar nee dus, net als zovelen voor mij, ben ik als een blok voor dit boek gevallen. De dood als verteller is helemaal niet gek. Ik begon hem zelfs sympathiek te vinden. Want ergens is hij heel erg menselijk en hij vertelt zijn verhaal heel eerlijk en eenvoudig. Maar, dood, als je dit leest, ook weer niet zooo sympathiek, snap je?
De dood doet eigenlijk dienst als alwetende verteller die zijn verhaal zo graag verteld wil hebben, dat hij regelmatig al dingen prijsgeeft over het einde. Zo ben je voorbereid op alle pijn in dit boek. En toch weer helemaal niet.
En dan die Tweede Wereldoorlog. Die is er wel, maar het is toch vooral het verhaal van eenvoudige Duitsers die tegen wil en dank mee moesten spelen in het vuile spel dat oorlog heet. Het verhaal van families die wel mee moesten doen met de nazi's, anders overleefden ze de hele oorlog niet.
Het hoofdpersonage in het verhaal heet Liesel. Ze won mijn hart van zodra ze haar eerste boek stal. Want ook al kon ze op dat moment nog niet lezen, ze voelde al dat boeken belangrijk waren. Kort daarna wordt ze als 10-jarige opgenomen in een pleeggezin. Haar pleegmoeder, Rosa Huberman, maakt zich meteen onsympathiek door een ongelofelijke scheldpartij. Maar later kan je niet anders dan van haar houden. Haar pleegvader, Hans, leert haar met veel geduld lezen en schrijven.
Letter voor letter gaat er een nieuwe wereld voor Liesel open. Herkenbaar voor een leesbeestje als ik. Als kind kon ik niet wachten om te leren lezen en las ik Doremi's tijdens de rekenles. De bibliotheek in het dorp was al gauw te klein voor mijn leeshonger. Liesel stilt haar honger door boeken te stelen. Want boeken zijn tijdens de oorlog te duur voor haar familie. En elk boek dat ze steelt heeft zijn belang.
Haar pleegfamilie die zelf al niets te veel heeft, verbergt een tijdje een Jood (die voor Liesel het mooiste boek maakt). Want dat is wat mensen doen, vindt papa Hans. Er zijn voor elkaar. Ervoor zorgen dat iedereen in leven blijft. Uiteindelijk is dat ook wat alle slachtoffers van een oorlog proberen doen, gewoon overleven. Tenminste, als dat lukt, wanneer de dood over je schouder meekijkt.
Conclusie: Markus Zusak schildert en speelt met woorden. Hij vertelt een sprookje waarvan je weet dat het niet goed kan aflopen. Hij vertelt een heel boek lang hoe bijzonder boeken kunnen zijn. En dat is precies wat dit boek zo bijzonder maakt. (Bij deze gaat het op de stapel: nog eens lezen.) 


Follow my blog with Bloglovin



10 september 2015

Septemberen


September, was dat niet de maand waarin de routine stilaan terugkeert? De maand waarin ik volop tijd zou inplannen om te schrijven? Ja toch? Niet dus. We moeten onze draai hier nog een beetje vinden. Nu groot meisje én klein meisje naar de lagere school gaan, is er dubbel zoveel huiswerk. Ook voor mama en papa. Met onder andere twee ouderavonden deze week. Daarnet nog werd ik terug ondergedompeld in de wereld van de breuken en de staartdelingen. Beikes!
Tegelijk vond ik het een goed idee om mij in te schrijven voor de online cursus 'Valkuilen in je verhalen' van Kelly Meulenberg. Les 1: maak meer tijd om te schrijven. Zet minstens drie momenten in je agenda voor deze week, waarin je minimaal tien minuten ongestoord kunt schrijven. En doe dat volgende week nog een keer! 
Nuip, nuip, nuip, zou klein meisje zeggen. Die drie momenten heb ik nog niet gevonden. Maar omdat ik dringend mijn leven wil beteren, brei ik nu snel een einde aan dit stukje en ga ik aan de slag met de tips van Kelly. Ik ga echt mijn best doen, juf! Mijn ervaringen met de online cursus volgen later.


Follow my blog with Bloglovin

6 september 2015

Schijtluis



Luizen, dat zijn irritante beestjes. En ze zijn zwaar verliefd op de prachtige haren van klein meisje. Een hele zomervakantie lang heeft ze ermee geworsteld. Dan waren ze weg, dan waren ze terug. Die slimme luizen hebben zwaar met onze voeten gespeeld. Nu is ze er (fingers crossed) helemaal vanaf. Gelukkig is het weer school, zodat ze (joepiejee) nieuwe beestjes met haar vriendjes kan delen. Maar over dat soort luizen wilde ik het dus helemaal niet hebben.

Wel over de schijtluis die ik zelf ben. Want ik ben nu al een tijdje aan het schrijven en krabbelen. Maar ik heb het nog altijd niet aangedurfd om een 'echt' stukje tekst van mezelf op deze blog te gooien. Want wat als ... ja, als jullie het dus flauwekul vinden, of als ik achteraf zelf besef dat het nergens op lijkt, of als er gewoon geen kat op reageert. Mezelf kwetsbaar opstellen als het over schrijven gaat, is moeilijk. Altijd al geweest. Meestal stopte ik er na een tijdje gewoon mee. Maar dat is deze keer niet de bedoeling. (Doe mij daar af en toe maar eens aan denken).
Want ik heb dus een ideetje. Zomaar gevonden, weet je nog wel. Ik heb het al wat binnenste buiten gekeerd. Er een beetje mee gespeeld. Uitgeprobeerd of ik ergens kan geraken. En ja, dat denk ik nog altijd. Maar het is nog altijd 'zomaar' een ideetje. En het moet nog een belachelijk lange weg afleggen tot het meer wordt dan dat.
Het gevolg: een zware aanval van schijtluizerij. Ik ben bang dat ik het niet ga kunnen. Dat het ideetje ergens onderweg toch niet zo'n goed ideetje blijkt. Dat ik niet gezegd krijg wat er in mijn hoofd sluimert. En ook gewoon bang voor alle uren en uren die ik de komende dagen, weken en maanden met mijn ideetje zal doorbrengen. Maar ik vind het nog altijd een goed ideetje. Eentje dat het verdient om er uren en uren tijd in te steken. Eentje dat het verdient dat ik de moeite doe om dwars door mijn angst heen te schrijven. Dus daar ga ik dan ...
Ik wil achteraf geen spijt dat ik het ideetje geen kans gegeven heb. Daarom probeer ik er nu heel hard voor te zorgen dat mijn schrift niet opnieuw bedolven geraakt. Onder aardappelschillen, Mickey Mouse-pleisters, reclame of domme hersenspinsels. Ik hoop ook dat mijn schijtluizerij minder hardnekkig is dan de verdomde luizen die klein meisje zo durven plagen.

Follow my blog with Bloglovin

1 september 2015

Zeven keer zomer

De 'hele lange' vakantie is voorbij. Vandaag gaan ze terug naar school. In navolging van 'Alle dagen vakantie' van Geert De Kockere, waag ik mij aan zeven keer zomer. Een greep uit onze vakantiefoto's met een haiku erbij. Wat is jouw favoriet?

Met blote benen
in veel te fris zwemwater.
Warm in sjaal en trui.


Ze proeft een stukje
Parijs, met de gretigheid
van kleine meisjes.


Sterke gezichten
zoeken een thuis tussen de
bomen van de stad.


 Parijs druipt langs de
ramen. Elk gebouw kruipt grijs
achter een ander.


Ze steekt haar tong uit
naar de koude druppeltjes.
Nat zijn doet geen zeer.


Als hij zou vallen
voor kleine meisjes lachte 
hij groen. Zij van pret.


Ze bijt nog gretig
in de zomer. Straks gaat ze
naar de eerste klas.


Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...