Met blote benen
in veel te fris zwemwater.
Warm in sjaal en trui.
Ze proeft een stukje
Parijs, met de gretigheid
van kleine meisjes.
Sterke gezichten
zoeken een thuis tussen de
bomen van de stad.
Parijs druipt langs de
ramen. Elk gebouw kruipt grijs
achter een ander.
Ze steekt haar tong uit
naar de koude druppeltjes.
Nat zijn doet geen zeer.
Als hij zou vallen
voor kleine meisjes lachte
hij groen. Zij van pret.
Ze bijt nog gretig
in de zomer. Straks gaat ze
Geen opmerkingen:
Een reactie posten